95 research outputs found
Voeding, voer De Marke : stalperiode 2005/06 t/m 2008/09
Dit rapport bevat de resultaten van de rundveevoeding, de voerproductie en de melkproductie op De Marke vanaf het begin van de stalperiode in 2005 tot het eind van de stalperiode in 2009. De voeding en melkproductie van het melkvee in de weideperioden van 2006 t/m 2008 zijn apart in dit rapport beschreven. De voeropname van de droogstaande koeien en het jongvee zijn berekend over de hele kalenderjaren 2006, 2007 en 2008. Ook de voerproductie en voerkwaliteit op De Marke in 2006 t/m 2008 zijn per kalenderjaar vastgelegd, hoofdzakelijk in tabelvorm
Gras/klaver voor melkvee
Bij te weinig klaver lagere drogestofopbrengst. Goede botanische samenstelling en vergelijkbare voederwaarde. Hogere opname en melkproductie, mede afhankelijk van bijvoeding. Onder biologische omstandigheden zal het positieve effect van klaver ten opzichte van een situatie zonder klaver veel sneller blijken omdat dan iedere klaverplant extra bijdraagt in de stikstofvoorziening
Door beperkingen gras van lagere kwaliteit
Uitstel van maaidatum van de eerste snede tot half juni heeft nauwelijks invloed op de totale droge-stofopbrengst per jaar. De voederwaarde van de laat gemaaide eerste snede is echter veel lager dan van het in mei gemaaide gras
Gras/klaver: hogere melkproductie op een wispelturig gewas
Bij gras/klaver, dat niet bemest wordt met kunstmeststikstof, moet rekening worden gehouden met een lagere opbrengst dan van bemest gras zonder klaver
Geen beweiding zonder verliezen
Een enkele beweiding staat niet los van een volgende beweiding. De weideresten hebben invloed op de groei van de volgende snede
Grasproduktie en benutting bij de beweidingssystemen 04 en B4 = Herbage accumulation and utilization in the grazing systems O4 and B4
Beweidingssysteem O4 bestaat uit het gedurende 4 dagen per perceel dag en nacht weiden en systeem B4 houdt gedurende 4 dagen alleen overdag weiden in. In 1984 en '85 zijn op het Regionaal Onderzoek Centrum Aver Heino genoemde systemen met elkaar vergeleken. Hiertoe werden 4 proefpercelen opgesplitst in een perceeltje voor beweiding volgens O4 (72 are) en een perceeltje voor B4 (60 are
Stikstofverteerbaarheid in voeders voor landbouwhuisdieren : berekeningen voor de TAN-excretie
De ammoniakemissie vanuit de veehouderij wordt momenteel berekend op basis van de excretie van ruw eiwit (stikstof) in de mest, zonder onderscheid te maken tussen stikstof in feces en urine. Met behulp van de TAN-excretie (totaal ammoniakaal stikstof) kan een betere inschatting gemaakt worden van de emissie omdat hierbij rekening gehouden wordt met de verdeling van uitgescheiden stikstof (N) over de urine en feces. De TAN-excretie wordt berekend uit de opname aan verteerbaar ruw eiwit (VRE) en de retentie van eiwit in dierlijk product. De VRE wordt bepaald uit het ruw eiwit (RE)-gehalte van het voer en de fecale verteerbaarheid van het RE (VC-RE). Op dit moment zijn geen gegevens over de fecale eiwitverteerbaarheid van in de praktijk gebruikte voeders beschikbaar. Daarom is in deze studie met behulp van lineaire programmering en gepubliceerde en in de praktijk gebruikte randvoorwaarden van diervoeders en prijzen van grondstoffen, de gemiddelde fecale vertering van eiwit berekend voor de gehanteerde diercategorieën van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- …